Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarom zijn zij [24]voor den troon van God, en [25]dienen Hem dag en nacht [26]in Zijn tempel; en Die op den troon zit, zal [27]hen overschaduwen. 24. Dat is, in de tegenwoordigheid van Gods aanschijn. 25. Namelijk met Hem te loven en danken. 26. Namelijk in het binnenste des hemels. Want het hemelse Jeruzalem heeft geen anderen tempel dan God en het Lam; hfdst.21 vs.22. 27. Of bijwonen. Grieks ene hut, of tabernakel over hen zijn, of maken.